Douro

De Dourovallei is een van de extreemste en tegelijk spectaculairste wijnbouwgebieden ter wereld. Het klimaat kenmerkt zich door verzengend hete zomers – temperaturen tussen 40 en 50˚ Celsius zijn niet ongewoon – en ijskoude winters; de omgeving is onherbergzaam met louter steile hellingen en een keiharde bodem. De enige plant die onder dergelijke omstandigheden nog kan gedijen is de wijnstok.

Aanvankelijk kwam hier een wijn vandaan die als enige karaktertrek ruwheid bezat. Maar dat maakte de Engelse handelaren in de zeventiende eeuw – afgesneden van hun traditionele leveranciers in Bordeaux door oorlog met de Fransen – niet zoveel uit. Zij kwamen namelijk op het idee om de straffe wijn uit de Douro, met het oog op het langdurig transport overzee, alcoholisch te versterken en de harde kantjes eraf te halen door opvoeding op hout. Portwijn was geboren. Tot op de dag van vandaag spelen Engelse bedrijven een vooraanstaande rol in de porthandel en port is daarmee niet alleen een oer-Portugese, maar ook een oer-Engelse wijn.

De wijngaarden in de Dourovallei, quintas genoemd, zijn vanwege de steile hellingen aangelegd in terrasvorm. Ze verlenen het landschap zijn spectaculaire aanblik. De bodem bestaat voornamelijk uit leisteen, dat weliswaar hard is, maar ook gemakkelijk breekt. Bovendien splijt dit gesteente onder de grond vaak in verticale lagen. De wijnstokken kunnen daardoor toch diep in de bodem wortelen en ook het vocht kan diep doordringen.

De Douro is onderverdeeld in drie hoofdgebieden. Baixo Corgo is het meest westelijke gebied en hier komen de eenvoudigere ruby en tawny ports vandaan. Cima Corgo ligt verder landinwaarts en is het hart van het portgebied. Dit gebied heeft het meest ideale klimaat en hier groeien dan ook de druiven waar de mooiste Vintage en Late Bottled Vintage ports van gemaakt worden. Douro Superior tegen de Spaanse grens is het grootst, maar wordt het minst voor wijnbouw gebruikt.

Kenmerkend voor de Douro is ook de enorme hoeveelheid druivenrassen die hier lange tijd door elkaar aangeplant stonden. Tientallen inheemse castas zijn officieel toegestaan, maar slechts een deel hiervan levert wijnen van hoge kwaliteit. Geen wonder dat het aantal rassen in de wijngaarden de afgelopen decennia is teruggebracht tot een handvol basisvariëteiten, waaronder touriga nacional, tinta barroca, tinta francesa, tinta amarela, tinta roriz en tinta cão voor rood, en malvasia fina, gouveio, viosinho, codega en rabigato voor wit.

Deze druiven worden gebruikt voor port, maar er is meer dan port in de Douro! De versterkte zoete wijn maakt maar 40% van de totale wijnproductie uit. Veel gewone rode wijnen blinken uit in kwaliteit en worden steeds vaker tot de beste van Portugal gerekend. De witte wijnen zijn doorgaans afkomstig van wijngaarden waar de verkoelende invloed van de Atlantische Oceaan sterker is en hebben daardoor veel frisheid.

Resultaat 1–16 van de 40 resultaten wordt getoond