Oostenrijk

De Oostenrijkse wijngaarden liggen in het vlakke tot heuvelachtige oosten van het land. Het gematigde klimaat is hier vergelijkbaar met dat van Bourgogne: aangenaam warme en zonnige zomers, lange milde herfstdagen en koude winternachten. Ideale omstandigheden voor wijnbouw dus.

Geen wonder dat de vele wijnboeren, geconcentreerd in de vier regio’s Niederösterreich , Burgenland, Steiermark en Wenen, zowel prachtige witte als rode wijnen weten te maken. Niederösterreich is van de vier de grootste regio en bij uitstek het gebied van Oostenrijks trots: de veelzijdige grüner veltliner, verreweg de meest aangeplante druif van het land. Driekwart van de druiven is wit met naast de grüner veltliner welschriesling, müller thurgau, weissburgunder, rheinriesling en tegenwoordig ook druiven als sauvignon blanc en chardonnay (plaatselijk morillon geheten). In rode wijn domineren de zweigelt, blaufränkisch, blauer portugieser en een klein percentage sankt-laurent. Voller rood komt vooral uit de regio Burgenland bij de Hongaarse grens.

Een toenemend aantal wijnboeren werkt zelfstandig en dat zijn echte familiebedrijven. Het overige deel brengt z’n oogst naar de plaatselijke wijncoöperatie of bottelarij. Oostenrijk kent de strengste wijnwetgeving ter wereld, waardoor de wijnen spatzuiver en van hoge kwaliteit zijn.

Enig resultaat