Umbrië

Umbrië (Italiaans: Umbria), “het land van Franciscus van Assisi”, is een regio met groene, zacht glooiende heuvels begroeid met vooral wijn- en olijfgaarden, maar er zijn ook veel akkers met tarwe, suikerbieten, tabak en zonnebloemen. De regio bevindt zich in centraal Italië, in de vallei van de rivier de Tiber met het stuwmeer Lago di Corbara. Umbrië, ook wel het groene hart van Italië genoemd, heeft een zacht mediterraan klimaat zodat de zomers droog en zonnig zijn hoewel de winters behoorlijk koud en nat kunnen zijn, zeker op grotere hoogte zoals in de Apennijnen. Umbrië grenst in het westen aan Toscane (Trasimeense Meer), in het oosten aan Marche en de Apennijnen (een indrukwekkende bergketen met diepe valleien en grote vlakten) en in het zuiden aan Lazio. De oppervlakte van de regio bedraagt 8456 km² en eind 2013 had krap 900.000 inwoners. Umbrië wordt gekenmerkt door oude ommuurde heuvelstadjes met steile straatjes die getuigen van een rijke cultuurgeschiedenis.

Umbrië biedt al duizenden jaren een goede thuis aan de wijnbouw en dat is vooral toe te schrijven aan de volgende factoren: de zacht glooiende heuvels met een goede blootstelling aan de zon, de rijkdom aan rivieren en wateren, het continentale maar zachte klimaat, de bodemstructuur die meestal bestaat uit goede kleiachtige kalksteen. Al deze gunstige voorwaarden hebben de inwoners van het gebied reeds vroeg ertoe aangezet met de productie van wijn te beginnen, zodat de Umbrische wijnboeren vandaag kunnen bogen op een oude traditie van wijn maken.Voor rode kwaliteitswijn is vooral de Sangiovese- en de Sagrantino-druif van belang, terwijl witte wijn vooral van Grechetto- en Malvasia-druiven wordt gemaakt.