Frankrijk

Alle concurrentie ten spijt, Frankrijk is en blijft het klassieke wijnland bij uitstek. Geen land heeft zo veel grote namen of telt zo veel grote wijnen die wereldwijd als absolute referentie gelden. Niet voor niets zijn druiven van Franse oorsprong als chardonnay, sauvignon blanc, cabernet sauvignon, merlot en pinot noir ware wereldburgers geworden.

Zoals in veel Europese landen introduceerden de Grieken in 600 voor Christus de wijn in Frankrijk. De Romeinen breidden de wijnbouw vervolgens uit tot een bloeiende tak van de economie. Na de instorting van het Romeinse Rijk stagneerde de wijnbouw in veel Europese wijnlanden, maar niet in Frankrijk. Vooral Karel de Grote stimuleerde de wijnbouw en in de Middeleeuwen waren de kerken de grootste wijngaardbezitters van Frankrijk. De monniken legden in het hele land wijngaarden aan die tot op de dag van vandaag in gebruik zijn en veelal tot de beste van het land behoren.

Frankrijk kan dus bogen op een lange wijngeschiedenis en heeft eeuwenlang kunnen werken aan het bij elkaar vinden van de juiste druiven in de meest ideale verhoudingen in de juiste omgeving. Trefwoord voor Frankrijk is dan ook terroir. Dit is het geheel aan natuurlijke omstandigheden in de wijngaard die primair het karakter van de wijn bepalen en waaraan de druivenrassen volgens het Franse appellation-systeem ondergeschikt zijn. Herkomst is voor de Fransen belangrijker dan de naam van de druif. Alleen op de etiketten van land- en streekwijnen kom je de druivennaam – in navolging van de wijnen uit de nieuwe wereld – steeds vaker tegen.